Meld u nu aan voor de themamiddag “Calamiteitenplannen en BHV”
De Werkgroep Arbocatalogus Vlees en Vleeswaren -in samenwerking met de Pluimveesector- nodigt u uit voor de themamiddag... lees meer »
De Werkgroep Arbocatalogus Vlees en Vleeswaren -in samenwerking met de Pluimveesector- nodigt u uit voor de themamiddag... lees meer »
Vanaf 1 januari 2025 hervat de Belastingdienst de handhaving op schijnzelfstandigen (schijn-zzp’ers) Doel van het... lees meer »
Werkgevers zijn nog te vaak nalatig als het gaat om preventieve maatregelen bij het werken met gevaarlijke stoffen. Dat... lees meer »
Vanaf eind mei 2024 gelden nieuwe regels voor het werken met stoffen die gevaarlijk zijn voor de voortplanting, ofwel de ‘reprotoxische stoffen’. Bij onvoldoende maatregelen kunnen deze stoffen leiden tot verminderde vruchtbaarheid, miskramen, vroeggeboortes en beschadiging van het (ongeboren) kind. De strengere regels die al langere tijd gelden voor kankerverwekkende stoffen en voor stoffen die het erfelijk materiaal kunnen beschadigen, zijn nu ook van toepassing op reprotoxische stoffen.
Zo mag er nu alleen nog maar met reprotoxische stoffen worden gewerkt als de werkgever heeft aangetoond en heeft vastgelegd dat vervanging technisch niet uitvoerbaar is. Vervolgens moet de blootstelling altijd zo laag zijn als technisch mogelijk.
Verder moet bij onvermijdbaar gebruik van deze stoffen voortaan ook geregistreerd worden:
De volgende registratieverplichtingen golden overigens al eerder voor reprotoxische stoffen:
Reprotoxische stoffen zijn te herkennen aan de volgende H-zinnen op het etiket van de stof en in het veiligheidsinformatieblad van de leverancier:
NB: het is aan te raden om stoffen die verdacht reprotoxisch zijn op dezelfde manier te benaderen als stoffen die bewezen reprotoxisch zijn.