Geluid in de Vleeswarenindustrie

Te veel geluid op het werk kan het gehoor beschadigen en in het uiterste geval leiden tot lawaaidoofheid. In de vleeswarenindustrie zijn er uiteenlopende geluidsbronnen. Denk aan cutters, vacuümpompen, blazers en aan contactgeluid van harde verpakkingen zoals blik en glas. Daarnaast kan er sprake zijn van lawaai door sproeiers, perslucht, hogedrukreinigers, het werken met kratten, koelinstallaties, de radio en intern transport. Geluidsniveaus worden overigens weergegeven in decibels; dB(A).

In de arbocatalogus Vleeswaren zijn de wettelijke voorschriften weergegeven voor een werkgever op het gebied van geluid. Ten eerste: een geluidsmeting in productie en logistieke afdelingen als onderdeel van de RI&E. Verder zijn bij geluidsniveaus boven 85 dB(A) een lawaaibestrijdingsplan en zonering en markering van lawaaiige zones vereist. Ook moeten medewerkers die blootstaan aan geluidsniveaus van meer dan 80 dB(A)minstens eens per 4 jaar een gehooronderzoek aangeboden krijgen.

Daarnaast zijn er sectorspecifieke voorschriften opgenomen, zoals:

• zorg dat nieuwe arbeidsmiddelen minder geluid produceren dan 80 dB(A), tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd;
• inventariseer waar perslucht tot veel geluid leidt en neem maatregelen als vervanging, drukverlaging,  inspectie op lekkages en het plaatsen van mondstukken en dempers;
• plaats pompen en blowers in een aparte ruimte;
• verstrek gehoorbescherming waar bovenstaande maatregelen ontoereikend zijn.

Zie voor meer informatie én voor goede praktijken het thema Geluid in de arbocatalogus Vleeswaren.